Zwart en wit
gesloten ogen
achter een doorschijnende spiegelwand
een jaloerse blik
op de vele kleuren aan de overkant
verlangend naar vrij
het silhouet
een wassen schilderij
met de vergetelheid besmet
stof der oudheid rustte
op een eeuwenlange strijd
illusie versus werkelijkheid
rood als een roos
groen als gras
blauw als lucht
open ogen gebroken
was het spiegelglas
beelden kregen vorm
woorden werden daden
beloofde- wat ze eerder verraadden
een wervelstorm
woest
en ommekeer in 't verhaal lippen
op elkaar geroest
spraken na jarenlang weer taal
tragische speling van het lot
die voor niemand goed gedijd
beknot
werd haar vrijheid
in een andere dimensie zonder stem
vervagende defensie
rood als een roos
groen als gras
blauw als lucht
lippen lachten gemeen
toen zij,
slechts een spiegelbeeld
als sneeuw voor de zon
verdween
weg
in het niets
al wat resteerde
een witte vlek
de illusie kwam toe
wat zij zo begeerde
aan kleuren geen gebrek
tot alles combineerde
rood als een roos
groen als gras
blauw als lucht
haar overbleef
was niets meer dan ... een echo
die verviel tot as een zwarte zucht
wit als sneeuw
zwart als roet
beiden sloten de ogen voorgoed