Poëzieprijs 2008 - 6de editie

Categorie C

Geen leeftijdsbeperking

3de plaats

Stadsdichter worden

Als ik ooit schilderdichter word van deze stad,

en deze kans is hoogst gering,

dan schilder ik de kathedraal in roze,

de trams in dambord wit en zwart

en in gebroken groen den boerentoren.

Dan schrijf ik op de witgekalkte muren

van banken en bordelen,

met vette olievingers de "boerencharleston"

en van de suikerrui tot aan de opera

in 34 metershoge Droste's chocoladeletters

de eerste regel van het "huwelijk":

"toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd".

Dan word ik een en al graffiti

en spuit op kerken en stadhuizen,

in een hagelbui van woorden,

de honderd klokken van Maria Lecina.

Dan laat ik op de vijvers van het park

duizend letterkoekjes drijven

tot één groot en suikerzoet gedicht

en vraag aan kinderen met pijpenkrullen

wie Joke, Bart en Tom wel kunnen wezen.

T. D. S.
Schoten