Mijn hart schreit bittere tranen
je bent nog niet dood
maar mijn hart schreit al bittere tranen
ik mis nu al je woord
waarmee je me zoveel kon verhalen
over goede dingen en de kwade
en je ogen daarbij zoeken gingen
en verdwaalden
in de eb en vloed van ’t leven
en in zware nachten die de dagen niet lieten vergeten
mijn hart schreit bittere tranen
nu ik naar je perkamenten wangen kijk
waardoor het licht in al zijn kleuren
fluistert dat je langzaam van mijn zijde wijkt
je gekreukte vingers slalommen als klimop tussen de mijne
door deze handen gebonden
jij, moeder, en ik jouw kind
en geen dood sterk genoeg om deze band te ondermijnen
je gaat stilaan dood
maar in mijn hart kiemt ook een lach
ik geraak vervuld van hoop
dat jij me blijvend beschermen mag
hoog in de wolken geen regen nabij
gevoed op liefdevolle grond
blijvend jouw kind
en als je lichaam zal zijn bezweken
mijn stem door droefheid trilt
zachtjes zal ze dan fluisteren
ik heb je zo lief gehad
ik
jouw kind